vluchtelingen

Wet van 2/4/1965 en MO 16/2/1995
Art 54 § 1 en 3 van de wet van 15/12/1980, ingevolge het KB van 07/05/1999

Een vreemdeling die zijn land van herkomst heeft verlaten en die niet meer kan terugkeren omdat zijn leven of persoonlijke veiligheid in gevaar is, kan in ons land bescherming genieten. Om uit te maken of hij voor die bescherming in aanmerking komt en dus een tijdelijk of een definitief recht op verblijf in België kan bekomen, moet hij een asielprocedure doorlopen. Tijdens de procedure zullen de asielinstanties de asielaanvraag onderzoeken.
Asielzoekers worden tijdens de ontvankelijkheidsfase uitsluitend opgevangen via opvangcentra (federale overheid en het Rode Kruis), opvanginitiatieven van OCIV - CIRE (koepelorganisaties van niet-gouvernementele verenigingen), LOI (lokale opvanginitiatieven van de OCMW's) en krijgen materiële steun onder de vorm van huisvesting, voedsel,.
In de gegrondheidsfase worden asielzoekers automatisch toegewezen aan een OCMW voor financiële steun. Het bedrag is bepaald volgens barema's.
Door het spreidingsplan van de federale overheid wordt de financiële steunverlening aan deze asielzoekers gelijkmatig over de Belgische OCMW’s verspreid. Ook het OCMW van Bever helpt een aantal asielzoekers in afwachting van een uitspraak in hun dossier.